‘Kan iemand mijn bestuursdienst van morgen overnemen? Gaarne bereid iemand anders zijn dienst over te nemen’. Het is zaterdagmiddag tegen zessen als dit bericht in onze whatsappgroep van het bestuur valt. Ik sta op het punt mijn middelbare schoolvriendinnen te ontvangen die tot morgenmiddag blijven. Ik aarzel of ik me aan zal bieden vanaf de pauze, maar besluit even te wachten.
Binnen een half uur meldt de penningmeester zich en geeft aan de dienst over te kunnen nemen. Hij biedt zijn bestuursdienst aan van 4 december. Dat lukt het bestuurslid niet, maar diezelfde avond nog meldt de voorzitter dat hij dan wel kan. Of iemand dan zijn dienst van 27 november over kan nemen.
Het is inmiddels na twaalven als ik de berichten lees, terug van een gezellige theateravond met wijn en chips, bier en nootjes. Ik scroll door mijn agenda en zie dat ik geen afspraken heb de 27e. Dus meld ik me voor die dienst.
’s Ochtends vroeg als ik nog op één oor lig, meldt het bestuurslid zich alweer. ‘Ingrid, kan ik nog een dienst van jou overnemen?’ Ik kijk nog een keer in mijn agenda en zie dat ik voor de winterstop inderdaad nog eentje heb staan. Die gooi ik in de groep en jawel, het past ook nu weer wonderwel. Bestuurslid neemt ‘m over en zet en passant nog even alle wijzigingen voor ons op een rijtje. Hoe mooi is dat!
Ondertussen wensen we Benjamin (ons jongste bestuurslid) succes: hij heeft elke zondag dienst… als keeper.
Ik kan een glimlach niet onderdrukken die ochtend en besef hoe fijn het is onderdeel uit te maken van een team. Zo gaat het dus als je moeiteloos samenwerkt en iedereen zich flexibel opstelt. Dan is geven en nemen perfect in balans.