Ik voel me vereerd als ik de vraag krijg om mijn verhaal te vertellen in een voetbalcafé over mijn rol als voetbalbestuurder en zeg spontaan ‘ja’. Het thema is samenwerken en met dat onderwerp kan ik wel uit de voeten. Denk ik.
Als de datum nadert, vraag ik me af wat ik in vredesnaam moet vertellen. Wat verwacht zo’n groep collega-bestuurders eigenlijk? Wat weet ik nu meer dan zij? Ook de combinatie van interne en externe samenwerking, wat het onderwerp van mijn presentatie is, vind ik ineens een lastige.
Ik besluit mijn licht op te steken bij de verenigingsadviseur van de KNVB die me heeft uitgenodigd. Voor mij zijn al andere sprekers geweest, dus ik kan allicht wat ideeën opdoen. Ik hoor dat het inspirerend werkt als het een combinatie is van een eigen verhaal en ruimte tot interactie. Als ik ook nog wat input krijg over de vragen die over ‘mijn’ onderwerp zijn gesteld, krijg ik inspiratie.
Mijn verhaal gaat over hoe ik begon als bestuurder, in een compleet nieuw bestuur, vlak voor ons jubileumjaar. Hoe we fantastische feesten hebben gevierd, een uniek jubileum boek (zo dik als een stoeptegel) hebben uitgebracht en leden hebben onderscheiden.
Maar ook hoe de voorzitter en ik ineens maar met zijn tweeën overbleven omdat onze collega’s stopten, voor een groot deel wegens privéomstandigheden.
Hoe we vervolgens zijn gaan bouwen aan een nieuw team en een nieuw beleidsplan. Dat we bij het maken daarvan aansloten op bestaande tradities en dus heb ik één van onze befaamde filmpjes laten zien. En vertelde ik wat we bij het bouwen van het nieuwe team anders doen dan andere besturen (tenminste wat ik denk dat we anders doen).
Ik ben geëindigd met dat samenwerking altijd begint bij het bestuur. Zo binnen, zo buiten. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Tussendoor kwamen er veel vragen en was er ruimte voor gesprek. Ik heb genoten en ‘en passant’ nog collega-bestuurders verder kunnen helpen!