Er zijn momenten in je leven die een kantelpunt inleiden, die iets in je wakker schudden waardoor je ineens op een andere afslag zit. Herken je dat? Soms zie je het niet op het moment zelf en heb je het pas later door. Mijn verblijf in Noord-Zweden was zo’n moment.
Mijn studietijd in Groningen was fantastisch. Er gaat immers niets boven Groningen.
Ik zat in een gezellig studentenhuis met een aantal vriendinnen van de middelbare school en deed de studies waar ik blij van werd (Zweeds en Communicatiekunde). Bovendien vond ik nog de tijd om actief bij te dragen aan de vakgroep Scandinavistiek en studievereniging Nyström, het studentenleven in te gaan en sportief bezig te zijn (volleybal bij Donitas). Mijn energie en ambitie kenden geen grenzen.
Kortom, ik had de tijd van mijn leven, totdat mijn docente me aanspoorde om in Zweden te gaan studeren. Ik was immers bijna toe aan mijn afstuderen en waarom deed ik toch niets met mijn Friese achtergrond. Tja, wat doe je dan? Ik ging onderzoeken of ik dat mogelijk kon maken, want het avontuur lonkte.
Dus toog ik in augustus 1994 met alleen een rugzak op de rug naar Zweden. Eerst met een bevriende vrachtwagenchauffeur naar Stockholm, om vandaar met een binnenlandse vlucht door te reizen naar Umeå.
Umeå ligt 600 km boven Stockholm en nog altijd zuidelijker dan de noordpoolcirkel. Desalniettemin is het er in de winter licht tussen half negen ’s ochtends en één uur ’s middags. Ik zag maandenlang geen asfalt want die was bedekt met sneeuw. Het was daar, in die noordelijke studentenstad, dat ik voor het eerst écht op mezelf was aangewezen. Verschoond van telefoon en social media, ver weg van vrienden en familie, bouwde ik een nieuw sociaal netwerk op en leerde ik vooral mezelf goed kennen.
Ik kwam erachter dat de natuur en wandelen belangrijk voor me zijn, omdat letterlijke beweging ook iets positiefs doet met vastzittende gedachten.
Ik genoot van de vrijheid en merkte dat tijd en ruimte voor mezelf zorgden voor voeding van geest en lichaam.
Ik genoot en was dankbaar voor de (onverwachte) hulp die ik kreeg op de moeilijke momenten.
En ik ontdekte een diepgewortelde liefde voor oervolken zoals de Samen met hun oorspronkelijke muziek (jojk) en natuurreligie (sjamanisme).
Achteraf zie ik, dat ik in Umeå voor het eerst de tijd heb genomen om naar binnen te keren, om mezelf beter te leren kennen. Het was het begin van een lange reis en markeert daarmee voor mij een belangrijk kantelpunt in mijn leven.
Nog altijd ga ik naar buiten de natuur in en neem ik tijd voor reflectie als ik vastloop of te veel ballen in de lucht houd. De lessen van toen, pas ik nog altijd toe in het hier en nu.